Over Hans van Loenhoud

Testmanager, -consultant en -docent bij Polteq. Twitter: @HansvanLoenhoud

Voorjaar!

Het wordt al beter. De vorige keer duurde het drie maanden eer ik tijd vond om mijn blog bij te werken, nu nog maar twee. Dat komt al aardig in de buurt van mijn target van elke maand één.

Februari en maart dus, in deze aflevering. Dat zou eigenlijk onder de noemer ‘winter’ moeten, maar ja, het klimaat, hè. Geen winter gezien dit jaar. De herfst ging gewoon naadloos over in de lente. Nou ben ik niet zo´n geweldige schaatser (understatement) en gladheid en bevroren autoramen, daar ben ik niet dol op, dus mij hoor je niet klagen.

Terugkijkend op februari: een korte maand, die om was voor ik er erg in had. Wel een boeiende maand: ineens had ik er een klus bij! Bij een van de klanten van Polteq dreigde een testproject uit de bocht te vliegen. Door organisatorische wijzigingen in een Scrum team liep het testtraject ineens niet meer lekker. De klant vroeg zich hardop af of hij nog wel met mijn collega’s verder wilde.
Of ik dat even wilde coachen en de klant voor Polteq behouden. Een kolfje naar mijn hand, een opdracht die een beroep doet op mijn commerciële, politieke, psychologische en testinhoudelijke vaardigheden. En dat in een boeiende, technisch uiterst complexe en veeleisende omgeving, met een tot aan het gaatje geïmplementeerde Agile/Scrum aanpak.
Lang verhaal kort: het is gelukt, de klant is tevreden, de opdracht behouden. Wel geconcludeerd dat een bepaalde collega daar niet meer op zijn plek was, dus we hebben een ander ingezet. Dat is op een soepele en respectvolle manier gelukt, zonder mensen, perspectieven en reputaties te beschadigen. Ik heb er net vorige week afscheid genomen; het project en het testteam kunnen prima zonder mij verder.

Dwingelose heideFebruari heeft een prettig verschijnsel waar ik graag gebruik van maak: de Crocusvakantie. Dit jaar hebben we die ingevuld met een paar daagjes Drenthe, in een hotelletje in Dwingelo. Vooral mooie wandelingen gemaakt, onder andere over de Dwingelose heide. Het extreem vroege voorjaar was in dat verband heel prettig: het was prima wandelweer. De Drentse heideschaapjes waren nog in hun schaapskooi dus die hebben we goed kunnen bekijken. Als vogelaars waren we blij verrast door de reeds volop zingende leeuweriken; verder hebben we een paar raven gezien en gehoord – gauw op Waarneming.nl gecheckt en het bleek dat meer mensen ze die dagen daar hebben gezien.

En toen was het alweer maart. Maart zat vooral propvol met het geven van cursussen, onder andere een van mijn favorieten: de IREB cursus over requirements. Maar de kers op de pudding was toch een driedaagse training ‘Testen in de praktijk’ bij een verzekeraar in Brussel. Ik vind dat altijd heel verrijkend voor je kijk op de wereld: een klus doen in het buitenland.
Cursus in BelgieEen cursus is België geven is extra leuk vanwege de taalcomponent. Stel je voor: ik geef als ‘Ollander’ een cursus aan vier Belgen, waarvan één Vlaming en drie Waloniërs. Om iedereen op gelijke achterstand te zetten geven geef ik de cursus formeel in het Engels. Maar alle deelnemers en ikzelf spreken en verstaan zowel (steenkolen-) Engels als Frans en Nederlands. En dat gebruiken we allemaal ad libitum door elkaar, soms zelfs binnen één zin. Iemand vraagt wat in het Engels, ik antwoord in het Frans en de Vlaamse cursist licht het nog even in het Nederlands toe. Eén ding staat als een paal boven water: aan het eind van de dag hebben we elkaar volledig begrepen.
Wat ik zo charmant vind aan de Belgische bedrijfscultuur (althans bij dat bedrijf, ik wil niet generaliseren), is dat de dames al hun directe collega’s iedere ochtend begroeten met een zoen; de heren geven elkaar een hand en hun vrouwelijke collega’s een zoen. Op een afdeling met een stuk of tien collega’s is dat iedere ochtend een heel ritueel.
Culinair was het natuurlijk weer afzien, drie dagen België; je mist de bloemkool, de rookworst en de hagelslag. Maar ik heb me er manmoedig doorheen gegeten. Zie hier aan welk een kwellingen ik ben blootgesteld 🙂
Brussel culinair

Op het eind van de maand had ik er opeens nog een nieuwe klant bij: de Scania vrachtwagenfabriek in Zwolle, waar ik binnenkort waarschijnlijk een testcursus mag geven. Na het intakegesprek bij de IT-afdeling kregen wij, onze accountmanager Rolien en ik, een privé-rondleiding door de assemblagehal waar de vrachtwagens in elkaar worden gezet.
Scania-R480-Euro-6-openingDat was echt een ‘wow’-momentje. Ik heb best wat gelezen over just-in-time lean productie en zo, maar als je dat in het echt ziet met zulke joekels van vrachtwagens, dan is dat heel indrukwekkend. Zeker als je bedenkt dat er iedere dag 150 van die dingen van de lopende band afrollen. Wordt vervolgd!

Drie-in-één

Foei. Ik heb mijn blog de laatste tijd schromelijk verwaarloosd. De maanden gaan zo snel tegenwoordig, ik hou het gewoon niet meer bij 🙁
Dit keer drie maanden in één blog: november, december en januari. ’t Moet niet veel gekker worden.

November was de maand van de boot. Boot? Ja, boot. In november hebben we na lang wikken en wegen een zeiljacht gekocht: een Beneteau Océanis van 28 voet uit 1997, de Atalante. Dat valt niet mee, hoor, een boot kopen. Ze liggen niet gewoon in het schap bij Albert Heijn, met een prijskaartje erop. Gelukkig kun je via Internet een aardige voorselectie maken, maar daarna moet je erop uit om kandidaten te gaan bekijken. En die liggen dan op je te wachten in Stavoren, of Haren, of Bruinisse… We hadden een expert ingehuurd om ons bij de aankoop te begeleiden, want een boot kopen doen we niet zo vaak en voor je het weet heb je een (zee-)kat in de zak gekocht. Die expert, Michiel Mol van Boatwish International, heeft ons aardig op weg geholpen. Die weg leidde uiteindelijk naar Naarden, waar de Atalante aan de kade lag bij Wehmeyer Yacht Brokers. Vanwege de crisis was de prijs best redelijk (nou ja, het blijft veel geld, maar een jaar of vijf geleden had de boot gemakkelijk het dubbele gekost – heb ik me laten wijsmaken), dus daar kwamen we wel uit. Verder moet je zo’n boot laten keuren, vanwege de mogelijke kat in de zak en andere onverwachte lekkages. De keuring was inclusief proefvaart, een soort gebruikersacceptatietest dus. Het vrijgave-advies pakte positief uit: een goede boot in een bovengemiddelde staat van onderhoud, zei het keuringsrapport.

AtalanteEnfin, twintig november ging ze (boten zijn vrouwelijk) te water, zonder champagne overigens, want ze had al een naam en de naam van een boot veranderen brengt ongeluk – zeggen ze. Toch wel een emotioneel moment, hoor, als je een echte watersporter bent. Maar dat zijn we nog niet, als ex-landrotten. Komt wel, zullen we maar denken.

December was de maand van … – de feestdagen? Ja, dat ook, maar vooral van de verhuizing. Niet wijzelf, gelukkig, maar onze dochter Anita. Ik heb een neef, David, die een leuk appartementje heeft in Amsterdam, aan het Rembrandtpark.
OrteliuskadeNou had die goeie jongen het plan opgevat om voor een jaartje de wereld rond te gaan reizen. Ach, iedereen heeft zo z’n hobby’s, nietwaar. En gedurende dat jaar wilde hij zijn etage natuurlijk niet leeg laten staan. Tegelijkertijd had mijn lieve dochtertje wat vage plannen om een keertje richting Amsterdam te verkassen. Daar studeert ze, heeft ze inmiddels een parttime baan aan het VUmc en heeft haar vriend Sebas een studentenbaan bij een advocatenkantoor. Ik fungeerde al in de zomer als hub om David en Anita van elkaars plannen op de hoogte te brengen maar het kwartje wilde eerst niet vallen. En opeens kwam puntje bij paaltje en lag er het besluit dat Anita en Sebas voor een jaar in het appartement van David zouden gaan wonen. Een en ander werd zo’n beetje definitief beklonken in de eerste week van december en moest nog voor de Kerst geëffectueerd zijn. Daarmee was gelijk de invulling van mijn kerstvakantie bepaald. Want wat ligt er meer voor de hand dan papa-lief als verhuizer aan te stellen, onder andere vanwege de beschikbaarheid van mijn mooie Landrover als verhuiswagen. Nou, nou, wat een hoop spullenboel kan er uit twee studentenkamers komen. Het appartement was gemeubileerd gehuurd, dus veel extra’s kon er niet mee. Dan blijkt dat kringloopwinkels tegenwoordig heel kieskeurig zijn over wat ze wel en wat ze niet willen recyclen; crisis, nietwaar? Het meeste niet, waaronder alles van Ikea. De eindbestemming van veel spulletjes werd dus het afvalscheidingsstation van Utrecht. Zucht.

TPIQua werk waren november en december bijna geheel bestemd voor de Belastingdienst. Daar hebben we met een team van zeven Polteqers een TPI assessment uitgevoerd, niet makkelijk, wel leuk! Ik had twee interessante ‘ketens’ te onderzoeken: Inkomensheffing, die al watervallend de software voor de Inkomsten-belasting in de lucht houdt, en Toezicht, waar ze heel innovatief en Agile allerlei interne webapplicaties bouwen. Ik stond versteld van de professionaliteit en de toewijding. Ook wel nodig, overigens, want het gaat om systemen van een forse complexiteit en omvang, waar tegelijkertijd niks mis mag gaan of het staat op de voorpagina van de Telegraaf. We hadden per keten een team gevormd waarbij ik lead assessor was en twee Belastingdienst medewerkers co-assessor. Prima samengewerkt met Nique en Alex, Frieda en Stefan, veel geleerd, ik van hen en zij hopelijk ook van mij. Aan het eind twee geslaagde presentaties gehouden voor het management van de beide ketens, met concrete en geaccepteerde verbetervoorstellen. Zo hoort een TPI-traject eruit te zien!

IREBHet nieuwe jaar ging voortvarend van start met cursussen. Opeens is er veel belangstelling voor onze cursus Requirements Engineering (IREB CPRE FL voor intimi). Ik ben de enige binnen Polteq die deze cursus geeft, dus ik was er knap druk mee. Inmiddels heb ik drie cursussen gedraaid en in het totaal vijfentwintig deelnemers met succes door het examen heen geloodst.
Zelf heb ik in januari ook examen gedaan – en gehaald – maar dan iets heel anders: het Basiscertificaat Marifonie. Ach ja, met zo’n boot moet je toch ook het een en ander bijleren. Ik had niet gedacht dat je om een marifoon te mogen gebruiken eerst examen zou moeten doen, want in feite is het gewoon een mobiele telefoon voor op het water. Maar inmiddels snap ik het wel: het is primair een veiligheidsvoorziening in geval van nood en dan is een zekere gespreksdiscipline wel handig. Ideetje voor de gewone mobiele telefoon?

Victimae pascali laudesIn de privésfeer is een optreden van ons gregoriaans koor, tegenwoordig Scola Cantorum Brocoli geheten, vermeldenswaardig. We luisterden een lezing van pastor Swijnenberg op. Wie wel eens wil weten hoe een c.q. ons gregoriaans koor klinkt, kan terecht op de site van ons koorlid Sjoerd, die niet alleen handig is met microfoons maar ook met websites: de dag na het optreden stond alles al online. Luister en huiver!