… maar ik had er – figuurlijk – nogal moeite mee. Het was alweer half juni eer ik ertoe kwam om in mijn blog te schrijven. Ach, druk, druk, druk, je kent dat wel.
Terwijl de maand zo rustig begon: met twee (2!) weken meivakantie. Dat had ik nou nog nooit eerder meegemaakt: twee hele weken vakantie in het voorjaar. Maar ja, ik heb een aanstelling voor 80%. Als je dan, net als ik vorig jaar in Maleisië, een tijdlang 100% werkt, dan bouw je een heel stuwmeer aan vakantiedagen op. En die moeten dan ook wel weer een keer opgemaakt worden natuurlijk. Nou ben ik normaal gesproken zuinig op mijn vakantiedagen: die moeten echt aan iets ‘nuttigs’ worden besteed. Maar als je er zo veel hebt, kun je wat ruimhartiger zijn. Die eerste twee weken van mei heb ik dan ook besteed aan ‘niks’, uitrusten, gezellig aanmodderen, wat achterstallige klussen in huis doen – heerlijk. Toch maar eens kijken of ik dat volgend jaar weer zo kan regelen …
De dag na de vakantie was een van de hoogtepunten in het leven van iedere Nederlandse tester: het TestNet Voorjaarsevenement.
Dit evenement stond in het teken van testautomatisering. In de ochtend was ik trackchair bij een tutorial van Martin Gijsen over Model Based Testen. In de middag en avond allerlei tracks bezocht; vooral de keynotes vond ik boeiend. De inhoud van de meeste presentaties kende ik overigens al, want we hadden in de week ervoor een TestNetNieuws Special uitgebracht, waarin bijna alle sprekers hun verhaal als artikel hadden ingebracht. En als hoofdredacteur moet je dat natuurlijk wel allemaal lezen…
Verder veel vriendjes en vriendinnetjes gesproken; het was weer ouderwets gezellig. En op de stand van Polteq acte de presence gegeven, want de schoorsteen moet ook blijven roken.
Daarna kwam de drukte als een stoomwals over me heen. In onze cursusbusiness is het vaak hollen of stilstaan. En de laatste tijd is het voornamelijk hollen! Het begon met een nieuwe opdracht, een hele leuke. Ik ga een testmanager coachen, die een strategisch project toebedeeld heeft gekregen, dat – zo vindt zij zelf – net een maatje te groot voor haar is. We hebben een goede click en het project is bijster interessant: strategisch belangrijk, integratie van cloud en backoffice, een voor de organisatie tamelijk nieuwe Agile aanpak met een horizon van twee tot drie jaar … Wat kun je nog meer wensen?
De cursussen liepen (en lopen!) storm: ISTQB Foundation op kantoor en bij een klant (beide weer 100% geslaagden), voor de eerste keer ISTQB Advanced Test Manager volgens de nieuwe syllabus, als dag- en als avondcursus, Praktische Vaardigheden voor Testers op kantoor, Testen in de Praktijk in het Evoluon, TMap Next Test Engineer bij een andere klant – werk aan de winkel! En zelf weer een cursus volgen: CAT (Certified Agile Tester), in de avonduren op kantoor. Leuk om aan de andere kant te staan en Agile is natuurlijk helemaal hot, dus nuttig om er alles vanaf te weten.
De maand vloog voorbij. En tot besluit: ‘And now for something completely different’. Corrie, mijn echtgenote, is lerares Biologie aan het Johan van Oldenbarnevelt gymnasium in Amersfoort. Ieder jaar gaat de sectie Biologie met de vijfde klas op veldwerkkamp. En dan mag ik mee als begeleider. Door mijn opleiding tot veldbioloog, vele jaren geleden, geld ik bij hen namelijk nog steeds als expert op het gebied van inheemse wilde planten en dieren. Typisch geval van ‘in het land der blinden …’: de andere biologiedocenten hebben allemaal ingewikkelde dingen in laboratoria geleerd, maar kunnen in het veld de Scherpe Boterbloem met moeite van de Kruipende onderscheiden. In de verte de zang van een Koolmees en een Tjiftjaf uit elkaar houden vinden ze al helemaal een prestatie.
Nou ja, ik laat me de status van expert graag aanleunen, niet alleen als tester, dus de laatste dag van mei kon je me rond de schemering met een clubje pubers door het natuurgebied ‘Zouweboezem’ zien struinen, door het riet wijzend naar de aldaar gevestigde kolonie Zwarte Sterns en hen attent makend op de onmiskenbare zang van de Kleine Karekiet en de Snor. Zo eindigde de maand uiteindelijk in de late uurtjes aan een hoog oplaaiend kampvuur met een welverdiend pilsje. Je moet de jeugd tenslotte het goede voorbeeld geven, nietwaar 🙂