Dubbel fun

Weer twee maanden voorbij. Als ik niet oppas, ben ik alles alweer vergeten voor ik het heb opgeschreven.

De vorige aflevering eindigde met de meivakantie. Dus we pakken de draad weer op bij begin mei, en wel op zaterdag de tiende. Een van onze klanten laat zijn medewerkers op zaterdag cursus volgen. Dan kost het geen omzet, snap je. Dus ik stond na twee weken vakantie, volkomen relaxt en onthaast, voor een groep van tien man de beginselen van ISTQB Advanced Test Manager uit te leggen. Op zaterdagmorgen, in een verder volstrekt leeg kantoor, dat dan weer wel. Gek, op een of ander manier voelt dat heel ontspannen, werken op een moment dat anderen vrij hebben.
De trainingen volgden elkaar vanaf dat moment weer in sneltreinvaart op: Advanced Test Analyst op het Belgische Polteq hoofdkantoor in Leuven (met overnachting in een prima, maar sfeerloos hotel langs de snelweg), requirements engineering in Groningen, weer een zaterdag Test Manager in Amersfoort, …
Cursussen geven is goed voor mijn topografische kennis, heb ik bemerkt.

En toen ineens iets heel anders: veldwerkexcursie naar Hei- en Boeicop. Dat zit zo: mijn echtgenote Corrie is biologiedocent aan het Johan van Oldenbarnevelt gymnasium. Eens per jaar gaat ze met de hele vijfde klas (althans degenen die biologie in hun pakket hebben) op excursie om de leerlingen wat ecologie bij te brengen. Dan gaan er drie andere biologiedocenten mee, maar geen van allen hebben ze veel veldwerkervaring. Ik wel, al stamt mijn ervaring inmiddels van 35 jaar terug.
Veldwerk op het Veldwerkstudiecentrum in Hei- en Boeicop met klas 5 van het JvO Amersfoort.Dus ga ik ieder jaar als onbezoldigd gastdocent mee om het verschil uit te leggen tussen de gewone en de dagkoekoeksbloem, de grutto en de tureluur, de kikker en de pad. Mijn hoogtepunt is de avondexcursie met een stuk of twintig leerlingen naar de Zouweboezem, een natuurgebied van het Zuid-Hollands Landschap met purperreigers, kiekendieven, karekieten en een broedkolonie zwarte sterns.

Zingen in de Friezenkerk

Het werd Hemelvaart. Zelfs een beetje letterlijk, want op de vooravond van Hemelvaart zat ik in het vliegtuig naar Rome. Ook hiervan was Corrie de aanstichtster, nu in haar rol als voorzitter van het Woerdens Vocaal Ensemble. Met dat koor maakte ze een reis naar Rome om daar in drie verschillende kerken de Missa Ascendens Christus in Altum van De Victoria te zingen. Ik mocht mee om de koffers te dragen. Bij het zingen was voor mij de rol van toehoorder weggelegd, maar ook daarnaast was er genoeg te beleven. We hebben onder andere de Sint Pieter bekeken en beklommen, een hele middag rondgedoold in het Vaticaans museum en op zondagochtend een mis opgeluisterd in de Friezenkerk.
Die kerk zat helemaal vol met Nederlanders; daar zou menig pastoor in Nederland jaloers op zijn. Aansluitend hebben we om twaalf uur met 50.000 anderen op het Sint Pieterplein een preek van paus Fransicus aangehoord, inclusief het Urbi et Orbi. Je hoeft niet eens gelovig te zijn om dat als heel indrukwekkend te ervaren.

TNN-redactie in vergadering

En toen was het alweer juni: voortvarend van start met een laatste ronde IREB examenvragen vertalen, samen met Johan Zandhuis en Michiel van der Voort. Vervolgens een IREB-cursus in Nuenen, een ISTQB Foundation in Almere, een TNN-redactievergadering in Amersfoort.
’t Is maar goed dat ik tegenwoordig elektrisch rijd, want anders zou ik onderhand gewetenswroeging krijgen.
Ook had ik met een aantal andere bij IREB betrokken consultants een dinertje met Stefan Sturm, de directeur van het Duitse hoofdkantoor. Dat was lekker en gezellig. Ik hield er nog meer aan over: mij werd gevraagd de rol op me te nemen van hoofd van de internationale IREB-werkgroep Elicitatie en Consolidatie. Daar kun je natuurlijk geen nee tegen zeggen… Begin september ga ik een dagje naar Keulen voor een kickoff met de crème de la crème van de requirements engineering wereld. Ik ben benieuwd en vereerd.

Een duik in de Grevelingen

Halverwege de maand was het traditionele duikweekend van onze duikclub Scubadoe in Zeeland. Ik zat een paar uur vijftien meter diep op de bodem van de Grevelingen. Je struikelt daar over de kreeften en noordzeekrabben; ik zag er voor het eerst een Zeedonderpad. De barbeque na afloop was weer overvloedig.

Goede start bij Scania

De dinsdag daarop was ik voor de in vorige afleveringen beschreven testcursus naar Scania in Zwolle afgereisd. Ik had veel tijd gestoken in de voorbereiding, met name in het ontwikkelen van een paar bedrijfseigen oefeningen. De meeste waren heel goed gelukt, maar bij één oefening had ik de plank volledig misgeslagen.
Dus dat werd geen oefening in testtechnieken maar een les in de assemblage van vrachtwagens – en ik was de leerling 🙂

Een bijzonder aardige gebeurtenis was het bericht dat de door mij ingezonden presentatie voor het TestNet najaarsevenement is geaccepteerd. Dus ik sta op 30 oktober – zet dat alvast in je agenda – op het podium om een heel nieuwe kijk op testverbetering uit de doeken te doen. Nu is dat eigenlijk een joined effort binnen Polteq, waarbij Martin Pol, Ruud Teunissen, Kees Blokland, Jeroen Mengerink en ikzelf zijn betrokken. We werken samen aan één innovatieve boodschap over testverbetering, die we de komende maanden ieder met een eigen verhaal op verschillende podia over de hele wereld gaan verkondigen. Inmiddels hebben we een brainstormavond gehouden om de kern van de boodschap scherp te krijgen. Dat is prima gelukt. Ik ga er niet meer over verklappen want dan is de clou er een beetje vanaf. Maar het is beslist de moeite waard om op 30 oktober naar TestNet te komen, en/of het artikel in TestNet Nieuws – want ik werd natuurlijk direct door hoofdredacteur Rob van Steenbergen gestalkt voor een bijbehorende stukje – te lezen.

Grip op requirementsDe laatste week van juni had nog twee memorabele avonden: een kennisavond van het Requirements Kenniscentrum met de boekpresentatie van ‘Grip op requirements’, een Nederlandstalig studieboek voor de IREB Foundation cursus, en een reünie met een aantal ex-collega’s van SoZaWe en DWI uit mijn verleden als tester bij het Socrates project van de Sociale Diensten van Rotterdam en Amsterdam.
Soms is het helemaal niet erg dat je verleden je blijft achtervolgen!

Wat nu weer…

’t Begin van april was wat merkwaardig. Ik moest op 1 april (geen grapje) een cursus gebruikersacceptatietesten geven in Amstelveen. Dat is normaliter twintig minuten rijden van huis. Maar ik had er al eerder cursus gegeven. Toen was ik lelijk in de file gekomen en dus te laat. Terwijl er op dat stuk eigenlijk nooit file staat. Maar goed, dat zou me niet weer overkomen: ik ging een half uur eerder van huis. Ik draaide bij Breukelen de snelweg op en … boem! Muurvast. 🙁
FileEr was bij Ouderamstel een ernstig ongeluk met een motorrijder gebeurd en vanaf Maarssen tot Amsterdam stond alles over vijfbanen compleet stil. Daar sta je dan: te balen. Mijn half uurtje extra speling smolt weg als sneeuw voor de zon. Ik belde naar kantoor om te vragen of ze de cursisten wilden informeren over mijn vertraagde aankomst. Ik had de hoorn nog niet neergelegd (figuurlijk dan, mijn iPhone heeft geen hoorn) of alles begon weer te rijden. Ik was tien minuten voor aanvang op mijn bestemming. Stapte mijn auto uit en pakte mijn laptop. Althans, dat was de bedoeling. Maar de achterbank was leeg. Ik had mijn laptoptas thuis in de gang laten staan. Dat geeft lastig cursus, zonder PC, zonder sheets. Nu had ik kunnen omkeren en de laptop alsnog gaan ophalen; ik had immers al laten weten dat ik later zou zijn. Maar dat zou minstens drie kwartier vertraging opleveren en dat vond ik toch echt te gortig.
De cloud bracht de oplossing. Al mijn cursussheets staan op mijn Google drive en daar kan ik overal ter wereld bij. Ik wist dat er in hun cursuslokaal een hele batterij aan laptops staat, dus hardware was ook geen probleem. Alleen nog even via hun helpdesk toegang tot internet geregeld en exact op tijd begon mijn cursus Acceptatietesten; leuke groep, de hele dag business as usual.

Maar 1 april was nog niet afgelopen. Ik liep bij thuiskomst even door de tuin en zag in de stuiken een merkwaardig gekleurd vogeltje zitten. Ik kwam dichterbij om het te bekijken en het bleef zowaar zitten. Sterker nog, toe ik er mijn vinger voorhield ging ie daarop zitten. Het bleek een Agapornis te zijn, een dwergpapegaai, en die horen thuis in Oost Afrika. Maar deze was duidelijk ontsnapt uit een kooi in de buurt. Het beestje was uitgehongerd en bleef vastberaden op mijn vinger zitten: ‘Ik ga niet weg voordat ik wat te eten heb gehad’. Nu had ik nog wat overgeschoten konijnenvoer staan. Daar zit heel wat zaad in dat ook Agapornisjes niet versmaden.
AgapornisJa, wat moet je dan met een ontsnapte papegaai? Weer buitenzetten vond ik niet erg diervriendelijk. Om met een kat in huis een vogel als extra huisdier te nemen leek me ook niet erg kansrijk. Dus het beestje werd veilig opgesloten in de kas. Diezelfde avond nog heb ik een tweet uitgestuurd. Toen bleek de kracht van Twitter: na wat retweets uit onverwachte hoek kreeg ik de volgende ochtend al voor twaalven een tweet van de rechtmatige eigenaar, met de vraag waar zij het beestje die avond kon komen ophalen. Heel schattig trouwens: het beestje zat rustig te knabbelen aan wat zonnepitten (blijkbaar een lievelingsmaal voor Agapornissen) en toen ie door het glas zijn bazin zag aankomen begon hij helemaal druk en blij heen en weer te fladderen.

Dat allemaal in de eerste twee dagen van April. As ik zo doorga, mag ik wel wat Gigabytes extra schijfruimte aanvragen. Snel maar verder dus.
Deze maand weer veel IREB: vaak cursus gegeven in Arnhem en verder de vertaling van de examenvragen voortgezet. Dat laatste is een gezamenlijk initiatief van een aantal Nederlandse training providers; het doet me deugd te zien hoe gemoedelijk concurrenten op vakinhoudelijk gebied kunnen samenwerken. Op de foto concullega Jan Jaap Cannegieter, die bij Polteq op kantoor samen met mij de final review doet van de vragen van het proefexamen. We noemen het ‘pair reviewing’ en dat wordt de nieuwe trend, mark my words.Pair reviewing

Ook de rest van de maand veel cursus gegeven. Je kunt merken dat Nederland uit de recessie komt, want we krijgen het steeds drukker. Ik ben een dagje naar Zwolle geweest ter voorbereiding van de cursus voor de vrachtwagenfabrikant, waarvan ik de vorige maand al melding maakte. Weer heb ik een rondleiding langs alle productiefaciliteiten gehad en weer was ik danig onder de indruk van hun kwaliteits- en procesbeheersing. Stel je voor: ze maken daar onder andere bouwpakketten van vrachtwagens, die lokaal, bijvoorbeeld in Iran, in elkaar worden gezet. Dan moet alles wel kloppen: hier een boutje vergeten in te pakken betekent dat daar de hele vrachtwagen langs de kant blijft staan. Dan denk je misschien: ‘Ja, dat is massaproductie, dus dan kun je ook veel meer bereiken met kwaliteitsborging.’ Als ze je vervolgens vertellen dat de gemiddelde grootte van een productiebatch iets meer dan één is, dan moet je ook dat idee overboord zetten: bijna elke vrachtwagen is een uniek, eenmalig gebouwd exemplaar qua chassis, motor, uitrusting, kleur, cabine, et cetera. Je kunt je voorstellen dat IT daarbij een geweldige succesfactor is. En het testen van die IT dus ook 🙂

Pauze bij de Matthaus Passion in BilthovenDe maand eindigde rustig, met een muzikale Pasen (Matthäus Passion in Bilthoven beluisterd, op Goede Vrijdag naar Den Haag, waar mijn vrouw meezong in een viering) en de laatste week vakantie. Die vakantie begon met een mooi moment: de eerste keer dat we zelfstandig met onze nieuwe boot het water op gingen. Met windkracht één à twee was het natuurlijk geen geweldig zeilweer, maar precies goed voor ons beginnelingen. En dan is het toch wel heel spannend bij de Hollandse brug (‘Kunnen we daar wel onderdoor?’) en dan het Markermeer bezeilen tot bijna aan Marken. Geweldig, dat smaakt naar meer. Helaas was het weer wat teleurstellend, dus we hebben minder tijd op het water doorgebracht dan we hadden gehoopt, maar ach, dat water ligt er volgende maand ook nog wel.
Op het Gooimeer