Beter uitzicht

Toen ik vanmorgen uit het raam van mijn hotelkamer keek, zag ik dit: een zonnig vergezicht over Kuala Lumpur. Ik zit op de tiende verdieping, dus je kunt van hier heel KL overzien. Als je heel goed kijkt zie je links, op éénzesde aan de horizon, vaag de KL-toren en daarachter de bekende Petronas Twin Towers, een kilometer of twintig verderop.

In mijn opdracht ziet het er ook weer een stuk zonniger uit. In mijn vorige blog schetste ik donkere wolken, die zich samentrokken boven mijn concept teststrategie, maar inmiddels is de lucht helemaal opgeklaard. Eigenlijk is het heel eenvoudig opgelost, hoewel het me een hoop bloed, zweet en tranen heeft gekost. Nou ja, voornamelijk zweet dan; ik heb er flink wat extra uurtjes in mogen stoppen.

Vorig weekend had mijn programmamanager eindelijk de  tijd gevonden om serieus naar de teststrategie te kijken. En hij had een uitgebreid telefoongesprek gevoerd met de Amerikaanse manager, die zoveel bezwaren had opgeworpen, zeggend dat de teststrategie veel te algemeen, te theoretisch was, en te weinig toegespitst op de specifieke behoeften van de afdeling. Hij kwam maandagmorgen meteen met het voorstel voor een nieuwe ‘verhaallijn’, die de onrust bij onze Amerikaanse vriend zou kunnen wegnemen.

Toen was het ineens heel simpel. Wat bleek namelijk? Ik had in mijn concept eerst allerlei algemene zaken aangestipt, zoals het V-model en de fasering van het ISTQB Fundamental Test Process. Ik had immers geconstateerd dat de algemene testkennis hier best een oppepper kan gebruiken, en dan druk ik me nog voorzichtig uit.

Pas daarna had ik de specifieke elementen behandeld, die nodig zijn om hier een professioneel testproces binnen de afdeling aan de praat te krijgen, vooral organisatorische dingetjes en procedures over de testomgeving.
Omdat ik die specifieke zaken min of meer verweven had met de algemene  testkennis, kan het wellicht op een oppervlakkig lezer overkomen alsof er gewoon een stuk uit een generiek testboek is overgeschreven. Niet dat ik mijn geachte Amerikaanse collega van oppervlakkigheid wil beschuldigen, maar als hij er wat meer tijd voor had genomen, had hij gezien dat er alles wat voor de afdeling nodig is wel degelijk in staat.

De nieuwe ‘verhaallijn’ betekende uiteindelijk alleen een resuffle van de hoofdstukken en paragrafen: de specifieke zaken voorop, met hier en daar wat meer nadruk en minder vrijblijvendheid, en de algemene testkennis daaraan toegevoegd als toelichting. Ik heb aan de inhoudelijke boodschap geen letter hoeven te veranderen, toe te voegen of weg te laten; herplaatsen met wat andere kopjes erboven bleek voldoende. Nog best wel een klus, gezien de tijdsdruk, maar alleen redactioneel werk, geen denkwerk.
Met excuses aan mijn collega-redacteuren van TestNetNieuws 🙂 Ik wil natuurlijk absoluut niet suggereren dat redactioneel werk geen denkwerk inhoudt, maar je begrijpt hopelijk wat ik bedoel.

Mijn programmamanager was maandagavond heel tevreden met het resultaat, dus ik kon verder met het voorbereiden van een Powerpoint presentatie van de teststrategie voor het senior management op woensdagavond. Ook dat concept moest nog eens flink door de molen. Ik heb zo goed als alle algemene testzaken eruitgehaald, want bovenbazen zijn daar niet in geïnteresseerd. Die willen alleen maar weten: wat gaan we morgen anders doen, hoe bereik je dat en waarom gaat dat betere resultaten opleveren?

Woensdagavond zeven uur was het zover. Ik was wederom best zenuwachtig: er lag weliswaar een gelikte presentatie klaar, maar het is nogal een hiërarchisch bedrijf en topmanagers staan hier niet bekend om hun subtiele aanpak. Bovendien, een presentatie in het Engels, voor een publiek, dat zich voor het grootste deel aan de andere kant van de wereld bevindt en via telefoon en internet deelneemt, daar moet ik nog steeds aan wennen.
Er was een uur voor uitgetrokken, en het begon al meteen goed 🙁
‘Omdat we nu toch bij elkaar zijn, moeten we eerst maar even een paar dringende operationele zaken bespreken.’
En, voilà, daar was het eerste halfuur alweer voorbij, eer ik aan het woord kwam. Twee keer zo snel praten is geen optie, althans niet voor mij in het Engels, dus ik moest on-the-fly nog heel wat aanpassen in mijn verhaal.
Maar wat bleek: ik had zowel de teststrategie als de presentatie vooraf aan alle deelnemers toegezonden, en de hoogste baas had het zowaar gelezen! Sterker nog, na afloop vond ik een gerenvoyeerde versie in mijn mailbox, waarin hij nog wat concrete verbeterpuntjes voorstelde. Het verhaal zelf, daar stond hij volledig achter. Hij stelde gerichte vragen, die duidelijk maakten dat het invoeren van deze teststrategie een belangrijke doel voor de komende tijd moet zijn. Zijn opmerkingen waren dan ook vooral aan het lokale management gericht, om hen aan te sporen hier nu eens serieus werk van te maken en mij maximaal te ondersteunen bij het implementeren van de teststrategie.
Met de opdracht aan mij om zo snel mogelijk met een implementatieplan te komen.

Pfff, mijn zenuwen waren op slag bedaard. Het resultaat van een dikke maand hard werken is goed gevallen en alle seinen om verder te gaan staan op groen. Mijn programmamanager blij en na afloop zelfs een formeel compliment in mijn mailbox  van de Operations manager uit Engeland🙂

Het is dus maar weer eens bewezen: na regen komt zonneschijn! Overigens, als ik nu naar buiten kijk blijkt dat het omgekeerde ook geldt. De eerste regendruppels beginnen te vallen. Dat is hier tijdens de moesson standaard: ’s morgens zon, ’s middags een dikke onweersbui. Ik moet er maar aan wennen. Ook in mijn klus zal er nog wel een buitje langskomen. Maar het fundament ligt er, geen onweersbui die dat meer wegspoelt!

Uitzicht

Dit zie ik momenteel iedere middag als ik uit het raam kijk. Regen, regen, regen, en niet zo’n klein beetje ook. Het is hier momenteel moesson. Dat houdt in dat de dag meestal zonnig en warm begint, en dat het tegen de middag begint te betrekken. Zo rond een uur of vier barst er een onweer los, dat maak je in Nederland niet mee. Dan komt me er toch een plens water naar beneden! De kranten staan vol van alle narigheid die dat met zich mee brengt: overstroomde huizen, gaten in de wegen, erosie op de hellingen. En iedere avond file, vanwege ondergelopen weggedeelten. In theorie zou ik in een half uur van mijn werk naar mijn hotel kunnen komen, maar de laatste weken is het steeds meer dan een uur, soms anderhalf.

Mijn opdracht heeft wel wat weg van bovenstaande plaatje. Het begon allemaal zonnig en warm, maar de laatste tijd begint het aardig te betrekken. Ik word geacht een teststrategie op te stellen, die moet vastleggen hoe de EDI-afdeling, zoals ik ze maar even zal noemen, haar testproces moet inrichten. Appeltje, eitje, zou je denken. Schrijf de betreffende hoofdstukken uit TMap over, gooi er een  afdelingssausje over en klaar is Kees. Dat moet toch in een weekje of twee, drie gepiept zijn.
Nu had ik het sowieso al wat serieuzer aangepakt, maar de werkelijkheid is hier nog een stuk weerbarstiger. Vooral omdat ze hier allemaal druk, druk, druk zijn. Dat betekent dat ze dus NOOIT tijd voor je hebben. Ik vind, serieus, dat een teststrategie van een afdeling ook echt door die afdeling omarmd moet worden. Het moet bij ze passen als een lekkere warme winterjas (nou ja, ‘warme winterjas’ is hier in Maleisië niet zo van toepassing, maar je begrijpt wat ik bedoel). Daarom heb ik geprobeerd, na allerlei gesprekken en een paar audits, een basisconcept op  te stellen, waarop alle betrokkenen vervolgens hun commentaar konden geven. Een paar commentaarrondes eroverheen en dan ligt er een stuk waar iedereen zich bij thuis voelt. Goed plan, toch?
Maar dat werkt hier niet. Gewoon omdat je op alle verzoeken niets terug krijgt. En als je dan persoonlijk bij iemand langs gaat en uitdrukkelijk om commentaar vraagt, dan krijg je te horen: ‘Nu even heel druk, maar morgen, na het weekend, volgende week, heb ik wel tijd: dan krijg je mijn reactie.’ Dat gaat volgende week precies zo 🙁
De enige van wie ik wel snel een reactie kreeg, en nog een positieve ook, was het hoofd van het Center Of Excellence Development: een Amerikaan, zelf tester, tienduizend kilometer verderop in het Europese hoofdkantoor.

Nou ja, via allerlei flarden, wandelgangen, halve commentaren, gezond verstand, terugkoppeling met thuisbasis Polteq, mijn kritische rechterhand Su, mijn veeleisende baas Thomas, enzovoort, heb ik zo goed en zo kwaad als ging, naar beste eer en geweten, een – volgens mij – heel aardige, op de afdeling toegesneden teststrategie in elkaar geschroefd. Die stuurde ik twee weken geleden aan alle betrokkenen rond, met de mededeling dat ze tot midden afgelopen week commentaar konden leveren, daarna zou ik het stuk toch echt definitief moeten maken. Komende woensdag immers staat er een meeting met het wereldwijde senior management gepland, waarin de strategie klip en klaar moet worden gepresenteerd. En de week daarop beginnen de implementatie workshops.
Vorige week maandag een reminder gestuurd: niets. Vorige week woensdagochtend nog een reminder gestuurd: twee reacties – akkoord met een paar aangepaste zinsneden. Deadline verstreken, dus definitief maken, zou je zeggen. Nou, nee, dus.

Donderdagmiddag kwam er ineens een mailtje uit de lucht vallen van een baasje uit Amerika. Hij vindt het allemaal maar zo-zo: veel te theoretisch, veel te algemeen, niet concreet genoeg op de eigen afdeling toegespitst. Zijn idee van een teststrategie is een kookboek, dat je een willekeurige IT-er in de hand kunt drukken, waarna er vanzelf een gelikt, professioneel testproces uitrolt, dat meteen even alle ontwikkelproblemen ondervangt en liefst ook oplost. Al dat theoretische testgeneuzel, daar kopen we hier niets voor, kost alleen maar geld. En testopleidingen? Hebben we geen tijd voor, er moet gewerkt worden!

In mijn naïviteit dacht ik nog even: tien voor, één tegen, dan gaan we toch gewoon verder?
Maar zo werkt het hier niet. All animals are equal, but some animals are more equal than others. Gevolg: ik heb eerst een uur met hem aan de telefoon gehangen en vervolgens het hele weekend doorgewerkt aan een nieuwe, veel concretere versie. Naar mijn idee wordt het er niet beter op, want voor een strategie veel te gedetailleerd, te dik, te onderhoudsgevoelig, te gebruiksonvriendelijk, te rigide. Maar dat is allemaal tegen dovemansoren gezegd.
Maandagmorgen lag er een nieuwe versie. Mijn baas vond het een grote stap voorwaarts. Hij ging het bespreken met het afdelingshoofd (die nog steeds in gebreke was gebleven om zelf commentaar te leveren). Afdelingshoofd akkoord, die had alleen een change all gedaan van ‘client’ in ‘Business Proces Owner’, lekker spannend. Toen, aan het eind van de middag vanwege het tijdverschil, de call met onze man in Amerika. De conclusie kreeg ik te horen via een telefoontje van mijn baas: morgenochtend direct weer verder werken aan een nieuwe versie; hij heeft een aantal wijzigingen aangegeven die erin moeten worden verwerkt. Tja, daar sta je dan met je goede bedoelingen. Ik tel tot tien en denk: ‘De klant heeft altijd gelijk’, daar is ie klant voor…

Zucht. Als ik uit het raam kijk, dan past de regen precies bij hoe ik me nu voel. De echte moesson duurt nog tot december. Hoe lang gaat mijn regentijd duren?